Meer dan vijftig jaar geleden verschenen van haar hand twee romans, Sarabande *) en Vrome Heidenen **) die in Nederland en Duitsland ***) een groot lezerspubliek vonden. De lotgevallen van Jennifer van Stavoren, uit het Amerika van de jaren dertig pardoes in het oerhollandse doktersgezin Germeraad binnengevallen, worden in beide uitgaven trefzeker neergezet. Beide boeken ademen bovendien een vanzelfsprekend gevoel voor het soort vaderlandse gezelligheid en nuance, die de auteur in haar eigen leven totaal niet bezat en ook nimmer ambieerde. Blijft in het eerste deel – Sarabande – de tragische lijn van het verhaal met zijn rake, soms humoristische dialogen nog binnen de kaders van de redelijkheid, in Vrome Heidenen blijkt dat geen van de intermenselijke verhoudingen uit het eerste deel, was wat zij leek. Nico Verhoeven, literair recensent van het dagblad De Tijd merkte indertijd op dat deze boeken – hoewel psychologische romans – in feite naar een mythologisch niveau verwezen. Een derde boek, dat pas na 2000 als concept bij de auteur ontstond maar niet geschreven werd, zou opnieuw een onverwacht element hebben toegevoegd, ditmaal aan de vraag wie nu eigenlijk in moreel opzicht de hoofdpersoon van deze lotsgeschiedenis was.
Een indringende visionaire ervaring (1958) tijdens een narcose, bracht grote veranderingen teweeg. Mary Noothoven van Goor ging schilderen. Zonder enige technische scholing, zonder daar bewust voor te hebben gekozen. Aanvankelijk in een schijnbaar naïeve figuratief-expressionistische stijl, later in een verontrustend visionair abstract expressionisme. Meer dan 250 schilderijen en wandkleden zijn in de loop der jaren ontstaan. In weerwil van het feit dat zij niet wilde dat haar werk in een commerciële setting terecht zou komen, is het enkele malen geëxposeerd (o.a. galeries Viruly en Kartina te Amsterdam, galerie het Kapelhuis te Amersfoort, theater ’t Spant te Bussum).
In Pieter A. Scheen’s Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950 staat over haar:
Geboren in 1911 te Amsterdam. Woonde en werkte in Amsterdam, New York, Hilversum, Parijs. Opleiding: gymnasium en muzieklyceum. Schildert, tekent en maakt wandkleden. Voorstellingen uitsluitend op fantasie gebaseerd (figuratief? abstrakt?) Tevens letterkundige. Schreef enkele boeken.
De kunstcriticus Hans Redeker schreef in een recensie in de NRC bij haar eerste tentoonstelling in Café Theo Ruijter te Amsterdam in 1959:
Er blijft slechts een schijnbare toegang tot dit werk buiten de huiveringwekkende ervaring van een menselijke zielestaat, waarnaar men slechts raden kan, maar die er de raadselachtige fascinatie aan verleent, welke zich buiten de domeinen der artistieke expressie afspeelt.
De dichter Adriaan Roland Holst die een tentoonstelling van het werk van Mary Noothoven van Goor in Haarlem bezocht, was diep onder de indruk en sprak de kunstenares aan met de woorden: Ik geef je het grootste compliment dat ik ter beschikking heb: Je bent niet van Deze Tijd.
Vraag niet hoe dat zo gekomen is, maar op zekere dag ergens in de jaren zestig, bezocht de toen spraakmakende Lou de Palingboer (de man die vertelde dat hij God was na een half uur klinisch dood te zijn geweest) ons huis, bekeek de schilderijen met grote intensiteit en zei: Ik heb geen verstand van kunst, maar één ding weet ik wel: Dit zijn hoge getuigenissen. Let op! Hoge getuigenissen!
Nog een celebrity die ons huis bezocht was de violist Miha Pogacnik. Oog in oog met het beeldend werk aan onze wanden, besloot hij zijn viool uit de auto te halen en speelde voor de schilderijen, de wandkleden en voor Mary Noothoven van Goor spontaan Bach’s Chaconne. Integraal.
In 1976 vervaardigde Mary Noothoven van Goor een Crucifix aan de wand van haar huis in Zuid Frankrijk, waarbij het kruis kantelt en Christus als het ware van zijn kruis weg-danst. Het gelaat van deze Christus beantwoordt allerminst aan de troostrijke iconografie van de menslievende timmermanszoon uit Nazareth. Dit crucifix werd in 1995 van de muur losgenomen en opgesteld in het centrale trappenhuis van het theater van het Geert Groote College te Amsterdam (zie De Telegraaf 17 Feb.’96.)
In 1979/80 realiseerde zij een reeks van veertien schilderijen over het Lijden van Christus in de twintigste eeuw, naar veertien teksten uit de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach. Ook hier ontsnapt de beeldende inhoud telkens aan de voorspelbare lijn.
De afgelopen jaren schreef zij artikelen over o.a. Gustav Mahler, Adriaan Roland Holst, Arvo Pärt, Hildegard Knef, Krishnamurti, Etty Hillesum, Rudolf Steiner en Madame Blavatsky (tijdschrift Jonas) Het literaire tijdschrift Ruim publiceerde in 1996 haar essay over Carry van Bruggen. Recente boeken: de novelle De Getekenden (1988, uitg. Malte) en Geheim is Geheim (1990; over Bernadette van Lourdes, uitg. Appelbloesem Pers). In 1991 verscheen Niemandsland ****), een beschouwing over een van haar schilderijen, geschreven door Mark Mastenbroek, haar zoon.
Op 23 December 1996 werd op Nederland 1 een tv-uitzending aan haar gewijd in de serie (Paradijsvogels). Herhalingen: zomer ’97.
Mary Noothoven van Goor stierf op 25 April 2004 te Amsterdam.
Site gebouwd en vormgegeven in 1995. Laatste update van deze site: zomer 2019. Communicatie over de inhoud via markmarkmast@gmail.com
*): 1950, 1952, 1954 uitg. Contact; 1963 en 1964 van Holkema en Warendorf onder de titel Het Meisje Jennifer
**) 1954 uitg. Contact
***) O.a. Uitg. Hermann Schaffstein Köln, 12 drukken.
****) Niemandsland, uitg. Carrousel Amsterdam 1991.