Jan uit Oude Groeneveld (1957) noteert aan het Geert Groote College de absenten. Daartoe gaat hij ieder lesuur de klassen binnen om de namen te verzamelen, met als gevolg dat niemand op dat onderwijsinstituut zo precies weet hoe alle lessen er voorstaan als Jan.
Weinigen weten dat hij ook schildert. In een zorgvuldig uitgewogen, bijzonder vakbekwame stijl werkt hij soms bizarre ideeën uit. Hij maakt het zichzelf daarbij niet gemakkelijk.
Afgelopen jaar kocht ik vier kleine schilderijtjes van zijn hand en dat terwijl mijn huis al zo ongeveer bezwijkt onder de kunst. Ik moest dus wel heel gegronde redenen voor die aankoop hebben. Het betrof twee variaties op werk van Mondriaan in combi met een commerciële vondst van Philip Morris en twee parafrases op schilderijen van Johannes Vermeer.
Telkens wanneer ik dat werk zie, voel ik me blij worden en licht. Het komt niet vaak voor dat kunst echte kunst is en toch lichtvoetig, met een slim soort gekkigheid als ondertoon.